Kanker

1.    Wat is kanker en wat zijn tumoren?

 

Kanker is een aandoening die wordt gekenmerkt door het ongecontroleerd vermenigvuldigen van cellen. Deze cellen breiden zich uit naar het omliggende weefsel en veroorzaken daar schade. Ze verspreiden zich via verschillende manieren naar ver weg gelegen plaatsen in het lichaam: via de lymfevaten, via het bloed en in aanwezige lichaamsholten.

Het lichaam bestaat uit miljoenen cellen. De verschillende delen van het lichaam, zoals botten, organen, spieren, huid en bloed, zijn samengesteld uit verschillende gespecialiseerde cellen. Alle cellen hebben een celkern. Een celkern bevat genen die zijn samengesteld uit DNA. De genen beheren de functies van de cel.

Er zijn veel verschillende soorten cellen in het lichaam en veel verschillende soorten kanker die voortkomen uit die verschillende soorten cellen. Wat alle kanker gemeen heeft, is dat kankercellen abnormaal zijn en buitensporig vermenigvuldigen.

Het woord ‘kanker’ is afgeleid van het Latijnse woord ‘cancer’, dat ‘kankergezwel’ betekende. Deze naam werd waarschijnlijk rond 400 voor Christus bedacht door Hippocrates. Hij gebruikte ‘cancer’, afgeleid van het Griekse 'karkínos', dat ‘krab’ betekende. Een tumor deed hem denken aan een in het zand ingegraven krab, die ook bestond uit een hard centrum met zachte uitlopers, oftewel poten.

Tumor is een Latijns woord voor zwelling. Leken denken vaak dat 'tumor' synoniem is voor ‘kankergezwel’, maar de medische term 'neoplasma' is daar beter voor.
Een tumor kan zowel goedaardig als kwaadaardig zijn; alleen in het laatste geval is er een kankergezwel.

Eeuwen voor Christus bestond kanker al. Voordat de microscoop werd uitgevonden, zag men het gewoon zoals alle andere ziektes die in die tijd bestonden. Er zijn skeletten uit bijna drie eeuwen voor Christus gevonden met botkanker. Met de microscoop konden ze kanker pas echt goed ontdekken en er behandelingen voor maken. Het is opvallend dat kanker al zo lang bestaat, terwijl er toen nog geen straling en giftige stoffen waren en de mensen gezond leefden (veel bewegen, niet roken, gezond eten).

In Nederland, 2018 zijn er meer dan 115.500 nieuwe tumoren ontdekt
In Nederland, 2019 zijn er meer dan 45.200 mensen overleden aan kanker.
(Bron: www.cijfersoverkanker.nl)

Er wordt een indeling gebruikt met stadia om aan te geven hoe ver gevorderd de kanker is. Voor elke soort kanker heeft elk stadium een eigen lijstje van criteria. De stadia zijn:

  • Stadium I
    De tumor bevindt zich nog precies op de plek waar het is ontstaan en is nog niet in de omliggende weefsels is doorgegroeid.
  • Stadium II
    De kanker is in het omliggende weefsel doorgegroeid maar blijft dicht bij de primaire tumor zitten. Er bevinden zich meestal nog geen cellen in de lymfeklieren of in andere organen.
  • Stadium III
    Kankercellen hebben zich verspreid in de lymfeklieren in de omgeving van de originele tumor.
  • Stadium IV
    De tumor heeft zich ook verspreid naar de rest van het lichaam.

 

2.    Wat gebeurt er in je lichaam als je kanker hebt?

 

Elke cel heeft DNA en DNA bepaalt wat een cel wordt en doet. DNA kan beschadigd worden, waardoor er een fout in het DNA ontstaat. Dit kan leiden tot een cel die zich ongecontroleerd vermenigvuldigt. Dit is nog geen kanker, maar een goedaardig gezwel. Als er nog meer fouten ontstaan, dan kan het kwaadaardig worden. Dan noemen we het kanker en dan kan het uitzaaien. Er zijn drie belangrijke kenmerken waaraan elke vorm van kanker voldoet:

  • Er zijn cellen die zich onbeheerst vermenigvuldigen.
  • De cellen verplaatsen zich naar het omliggend weefsel, bijvoorbeeld door het aanmaken van nieuwe bloedvaten, en richten daar dan schade
  • De cellen zijn in staat om via het bloed of de lymfeklieren uit te zaaien naar andere plaatsen in het lichaam, bijvoorbeeld door het afweersysteem te ontwijken.

Een uitzaaiing wordt ook wel een metastase genoemd. Bijvoorbeeld, longkankercellen kunnen in het bot terecht komen. Dit zorgt er dus voor dat er verkeerde cellen in het bot komen. Dit is dus geen botkanker, maar longkanker.

De plaats waar de kankercellen oorspronkelijk vandaan komen heet een primaire tumor.

Wanneer er kanker in het lichaam ontstaat, kun je dit herkennen aan de symptomen:

  • Ernstige vermoeidheid.
  • Gewichtsverlies zonder dieet.
  • Blijvende heesheid of hoest.
  • Slikklachten.
  • Nieuwe moedervlekken of veranderingen.
  • Een schilferend plekje, knobbeltje, wondje of zweertje op de huid dat niet geneest.
  • Een verdikking of knobbel(tje) ergens in of op uw lichaam.
  • Blijvende verandering in andere lichaamsfuncties.

Als de kanker naar een later stadium ontwikkelt, ontstaan er talloze en onderling verschillende symptomen, zoals vochtophoping en pijn.

 

3.    Welke soorten kanker bestaan er?

 

Er bestaat erg veel verschillende soorten kanker. Daarom zijn hier alleen de meest voorkomende soorten beschreven.


De meest voorkomende kanker bij vrouwen zijn:

Borstkanker is een kwaadaardige tumor in de borst. Als de tumor niet wordt verwijderd of bestraald, zullen de kankercellen zich steeds meer doordringen naar het gezonde borstweefsel. Er is kans dat de kankercellen zich nog verder verspreiden, bijvoorbeeld via het lymfestelsel. Het komt 100 keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.

Dikkedarmkanker is een kwaadaardige tumor in de dikke darm. Het ontstaat door cellen die in de dikke darm zich ongecontroleerd gaan vermenigvuldigen. Kanker in de dikke darm wordt ook colorectale kanker of colorectaal (adeno)carcinoom genoemd.

Longkanker is een kwaadaardige tumor in de longen die zich snel kan verspreiden naar andere delen van het lichaam. Er zijn grofweg twee hoofdtypen van longkanker, afhankelijk van het uiterlijk van de cellen onder de microscoop: kleincellige en niet-kleincellige. Deze groeien en zaaien zich op een andere manier uit en worden anders behandeld.

Er zijn veel verschillende soorten huidkanker. De meest voorkomende huidkanker zijn bascaalkanker en plaveiselcelkanker. Samen vormen ze zo’n 92 procent van de huidtumoren. De andere 8 procent zijn melanomen, een kanker van de melanocyten: de pigmentcellen van de huid. Melanomen zijn de agressiefste vorm van huidkanker. Basaalscel- en plaveiselcelkanker komen- meer dan melanoom- vooral voor bij ouderen.

Baarmoederkanker ontstaat doordat cellen in het baarmoederlichaam zich ongecontroleerd vermenigvuldigen en een kwaadaardige tumor vormen. Baarmoederkanker komt meestal voor na de menopauze of in de overgangsperiode.

 

De meest voorkomende kanker bij mannen zijn:

  • Prostaatkanker.

Prostaatkanker is een ziekte waarbij kwaadaardige cellen worden gevormd in het weefsel van de prostaat. Een kwaadaardige prostaattumor groeit meestal heel langzaam en heeft meestal in een vroeg stadium bijna geen symptomen. Prostaatkanker kan zich via het lymfestelsel of door het bloed verspreiden en zo uitzaaiingen vormen, bijvoorbeeld in lymfeklieren en botten.

Zie boven.

  • Dikkedarmkanker.

Zie boven.

  • Hoofd- en halskanker.

Een hoofd-halskanker ontstaat doordat cellen in de bovenste lucht- en spijswegen of de speekselklieren in het bovenste deel van de nek ongecontroleerd vermenigvuldigen en een kwaadaardige tumor vormen. De termen ‘hoofd- en halskanker’, ‘hoofd-halskanker’ of ‘kanker van het neus-, keel- en oorgebied’ worden gebruikt voor deze tumoren.

  • Blaaskanker.

Blaaskanker treedt op omdat cellen in de blaas zich ongecontroleerd vermenigvuldigen en een kwaadaardige tumor vormen. Er zijn verschillende soorten blaastumoren, die zijn genoemd naar de cellen waarin ze ontstaan. De meest voorkomende blaaskanker is gebaseerd op het slijmvlies van de blaas.

 

4.    Oorzaken van kanker.

 

Iedereen heeft het risico op kanker, en verschillende soorten kanker hebben verschillende oorzaken, of de oorzaak is nog niet bekend. Er zijn echter bepaalde risicofactoren bekend die de kans vergroten op kanker:

  • Fouten in het DNA.

Sommige kanker hebben een sterke genetische link. Kanker wordt veroorzaakt door een mutatie, oftewel verandering in het DNA dat de celdeling regelt. Dit staat ook in hoofdstuk 2. Soms leiden geboorteafwijkingen in het DNA snel tot kanker, maar in andere gevallen zijn deze fouten één van de vele factoren die samen aanwezig moeten zijn om kanker te ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn vrije radicalen (atomen die uit balans zijn, kunnen een hele cel uit balans brengen waardoor het DNA wordt beschadigd). Dit kan ontstaan door alcohol, make-up, roken, medicijnen, stress etc.

  • Leeftijd.

Hoe ouder je wordt, hoe groter de kans op het ontwikkelen van kanker is.
Dat komt waarschijnlijk doordat er na het verloop van tijd de schade aan de cellen in het lichaam is opgehoopt. De afweer van het lichaam en de weerstand tegen abnormale cellen verslechteren ook naarmate je ouder wordt, zoals het vermogen om beschadigde cellen te herstellen. Het immuunsysteem dat abnormale cellen kan vernietigen wordt ook minder efficiënt als je ouder wordt.

  • Verzwakt immuunsysteem.

Ons immuunsysteem kan ook een rol spelen. Dit immuunsysteem zorgt er namelijk voor dat alle vreemde stoffen (bijv. bacteriën, virussen, splinters en andere objecten) worden aangevallen en vernietigd of geneutraliseerd. Mensen met een verzwakt immuunsysteem kúnnen vatbaarder zijn voor sommige vormen van kanker.

  • Kankerverwekkende en schadelijke stoffen.

Er zijn een aantal kankerverwekkende stoffen die de kans op kanker dus vergroten. Deze worden ingedeeld in chemische stoffen (asbest, fijnstof, houtstof etc.), straling (radioactieve straling, uv-straling, röntgenstraling etc.) en andere stoffen die je gezondheid schaden (tabaksrook, radon, hormoon verstorende stoffen etc.).

  • Voedsel.

Je levensstijlfactoren kunnen de kans op kanker ook beïnvloeden. Als je meer groente en fruit eet, dan heb je minder kans op bepaalde kanker, terwijl als je veel vet eten eet, je meer kans hebt op bepaalde soorten kanker. Het drinken van veel alcohol kan de kans op kanker ook verhogen. Mensen die veel rood vlees (rund-, varkens-, lams- en geitenvlees) eten, hebben een verhoogd risico op het krijgen van dikkedarmkanker. Bovendien hebben mensen die veel verwerkt vlees eten een grotere kans op het ontwikkelen van dikkedarmkanker en een vorm van maagkanker.

Maar let op: de meningen zijn hierover verdeeld.

  • Levensstijl.

Roken is de belangrijkste oorzaak van longkanker.
Obesitas en onregelmatig bewegen kan ook zorgen voor een vergrote kans op kanker. Onbeschermd en veel zonnen kan ook leiden tot huidkanker.

 

5.    Behandelingen voor kanker.

 

Er bestaat helaas geen wonderpil tegen kanker en zover we nu weten komt er binnenkort ook geen. Er zijn wel verschillende behandelingen.
De behandeling van kanker is altijd afhankelijk van de situatie. Elke persoon met kanker is uniek en vereist een andere aanpak. De keuze van de behandeling of een combinatie van behandelingen hangt van verschillende factoren af.
De belangrijkste zijn het type kanker, de omvang van de ziekte, de leeftijd van de persoon, het bestaan van andere ziekten en de algemene toestand van de persoon.

De zes typen behandelingen zijn:

  1. Curatieve behandelingen 

Dit zijn behandelingen waar er nog hoop is op een definitieve genezing. Dit is meestal een operatie om de tumor helemaal weg te nemen. De soorten behandelingen tegen kanker zijn:

  • Chirurgie

Oncologische chirurgie betekent dat de chirurg een tumor wegsnijdt tijdens de operatie. De chirurg haalt ook wat extra weefsel weg, voor het geval het daar is uitgezaaid. Soms zal hij ook de lymfeklieren verwijderen die bij de in de buurt zitten, ook om uitzaaiing te voorkomen.
Daarnaast klemt de chirurg eerst de bloedvaten af die naar de tumor gaan. Dan pas verwijdert hij de tumor om te voorkomen dat de kankercellen zich in het lichaam verspreiden en eventueel uitzaaiingen vormen.

  • Radiotherapie

Radiotherapie, ook wel bestraling genoemd, gebruikt hoogenergetische deeltjes of golven die op een bepaalde plaats in het lichaam de kankercellen beschadigen of vernietigen. Het doel van bestraling is dus om kankercellen te vernietigen en daarbij gezonde cellen zo veel mogelijk te sparen.

Bestraling beschadigt het DNA in de cel, eigenlijk net als kanker zelf. Als het DNA veel schade oploopt, kunnen cellen helemaal niet meer delen en sterven ze af.
Kankercellen delen sneller dan gezonde cellen. Hierdoor zijn ze gevoeliger voor bestraling. Gevoeliger wil zeggen dat het DNA van kankercellen sneller beschadigt raakt. Kankercellen kunnen ook minder goed herstellen van de schade van straling dan gezonde cellen.

  • Chemotherapie

Chemotherapie gebruikt medicatie die de groei van kankercellen beperkt of doodt in het hele lichaam. De medicatie heet ook wel cytostatica die kankercellen doden of hun celdeling remmen. Daardoor kan de kanker genezen of kunnen tumoren kleiner worden.
Chemotherapie krijg je meestal via een infuus in een ader. Dit kan een paar minuten tot enkele dagen duren, afhankelijk van de soort chemotherapie. Daarna heb je een rustperiode van enkele weken. Zo’n cyclus heet een chemokuur. Een behandeling bestaat meestal uit 4, 6 of 8 chemokuren.
Maar chemotherapie kan ook in tabletvorm of via een onderhuidse injectie gegeven worden.
De volgende bijwerkingen komen regelmatig voor:

  • Bloedarmoede
  • Bloedingen
  • Verminderde conditie
  • Diarree
  • Haaruitval
  • Infecties en koorts
  • Menstruatiestoornissen
  • Misselijkheid en overgeven
  • Mondproblemen
  • Reuk- en smaakveranderingen
  • Vermoeidheid
  • Verstopping

 

  • Immunotherapie

Immunotherapie bereid het afweersysteem voor op de ziekte. Vandaag de dag zijn er al meerdere behandelingen met immuuntherapie beschikbaar.
Immuuntherapie werkt niet direct in op de kankercellen in een tumor, zoals bijvoorbeeld chemotherapie, maar is gericht op het eigen afweersysteem van de patiënt. Dit is uniek aan deze behandeling. Het middel is bedoeld voor patiënten, die geen baat meer hebben bij chemotherapie. Onderzoek toont aan dat immunotherapie, bij ongeveer twintig procent van de patiënten levensverlengend is. Er kunnen immuun-gerelateerde bijwerkingen ontstaan: veelvoorkomend zijn maag-darmklachten met diarree, huidklachten en vermoeidheid.

 

  • Hormoonbehandeling

Hormoontherapie blokkeert de werking of productie van natuurlijke hormonen te om de ontwikkeling van kankercellen tegen te houden.

Sommige soorten kanker ontstaat in cellen die gevoelig zijn voor hormonen, deze hebben meestal te maken met de organen die te maken hebben met voortplanting en geslachtshormonen. Het gaat dan om bijvoorbeeld borstkanker, eierstokkanker, prostaatkanker en baarmoederkanker.

 

  1. Palliatieve behandelingen 

Dit zijn behandelingen die worden gedaan om de ontwikkeling van de ziekte te vertragen of voor een gedurende een zekere tijd te stoppen, maar zonder een definitieve genezing.
Bijvoorbeeld pijnstillers om de symptomen van pijn te verlichten.

  1. Palliatieve zorg

 Palliatieve behandelingen moeten niet verward worden met palliatieve zorg. Palliatieve zorg zorgt er namelijk alleen voor dat de levenskwaliteit het best blijft tot het levenseinde.

  1. Adjuvante behandelingen

Deze behandelingen worden gegeven als aanvulling op de curatieve behandeling om het risico dat de kanker weer terug komt te verkleinen.

  1. Neoadjuvante behandelingen

Deze behandelingen worden vóór een operatie gegeven. Dit is met de hoop om de tumor te verkleinen zodat hij makkelijker weg te nemen is en de overleving op lange termijn te verbeteren.

  1. Onderhoudsbehandelingen

Een onderhoudsbehandeling is een behandeling die wordt gegeven na de eerste behandeling. Hierdoor kun je langer doorgaan met een behandeling (bijvoorbeeld chemotherapie of immunotherapie) om het effect te behouden en zo de ziekte langer onder controle te houden of te beschermen tegen herval.

 

6.    Hoe wordt je oncoloog?

 

Een oncoloog is een arts die gespecialiseerd is in de behandeling van kanker. Een oncoloog is vaak gespecialiseerd in een specifieke behandelmethode of een bepaalde vorm van kanker.

Oncologen werken in ziekenhuizen. Meestal op de afdeling oncologie, maar soms ook op de afdeling chirurgie of interne geneeskunde of radiotherapie.

Om oncoloog te worden, moet je eerst de universitaire opleiding geneeskunde volgen. Nadat je deze studie hebt afgerond, volg je de interne geneeskunde, waar je meteen in de praktijk gaat werken als AIOS (Arts In Opleiding tot Specialist). Deze opleiding in algemene interne geneeskunde duurt vier jaar. Daarna kun je je in twee jaar specialiseren in oncologie. Dat duurt best wel lang dus!

Oncologen doen veel verschillende werkzaamheden. Onder andere:

- Het diagnosticeren van patiënten die (mogelijk) kanker hebben.

- Het voorschrijven van chemotherapie of andere behandelmethoden.

- Het opstellen van een behandelplan (in samenwerking met overige specialisten van de afdeling oncologie).

- Het verrichten van onderzoek naar meer oorzaken van kanker en nieuwe of verbeterde behandelmethoden.

- Het verlenen van palliatieve zorg aan patiënten.

- Het bespreken van het behandelingsproces met de patiënt.

- Het verrichten van nacontrole bij kankerpatiënten.

- Het voeren van overleg in een team met verschillende artsen, waaronder oncologieverpleegkundigen, internisten en hematologen. Dit heet een multidisciplinair overleg.

-Het begeleiden en/of doceren van assistent-specialisten oncologie en artsen in opleiding tot specialist (AIOS).


7.    Interview (Vraag & antwoord).

 

Interviewer: Mare van Nierop, studente.

Geïnterviewde: Monique Tucker, oncoloog. 

Persoonlijk:

  1. Waarom bent u oncoloog geworden? Wanneer wist u dat u dat wilde worden?

In 1992 besloot ik om oncologie te doen. Ik was toen al internist geweest en had mijn opleiding al voltooid, want daarvoor vond ik het moeilijk om een keuze te maken. Ik vond veel richtingen boeiend en interessant. Uiteindelijk heb ik voor oncologie gekozen omdat het een ingrijpende ziekte is die een groot impact op iemands leven kan hebben en hoeveel invloed kankerbehandelingen kunnen hebben. Het is een vak is dat er echt toe doet, met een uitdagende complexiteit. Je werkt als oncoloog ook niet alleen, maar je werkt altijd samen. Dit is ook een groot pluspunt voor mij.

  1. Wat vindt u het leukste van uw werk, en wat het minst leuk?

Het leukste is de complexiteit van de materie, dat je in een korte tijd een diepe band met de patiënt kunt ontwikkelen en dat alle patiënten een unieke persoonlijkheid hebben. Het is een uitdagend, moeilijk vak met veel veranderingen, waardoor je nieuwe dingen blijft leren. Alle aspecten zijn een uitdaging, ongeacht of de kanker geneest of niet.

Het minst leuke is als de angst van de patiënten niet te beteugelen valt: doodangst, maar ook angst voor de therapie. Je hebt lange werkdagen en er zijn momenten dat je denkt, ‘Was ik maar gewoon …. geworden’.

  1. Zijn er nog nieuwe behandelmethoden bijgekomen sinds u als oncoloog bent gaan werken? Denkt u dat er ooit een echte oplossing voor kanker komt?

Er zijn talloze nieuwe behandelmethodes bijgekomen sinds ik als oncoloog werk. De eerste 20 jaar weinig, maar nu wel tien nieuwe methodes per jaar: het groeit exponentieel.
Vroeger, bijvoorbeeld in de middeleeuwen, daar stierven mensen vaak te vroeg aan bijvoorbeeld de pest om nog kanker te krijgen.
Ik denk dat het goed kan dat er een echte oplossing voor kanker komt, zelfs al binnen twintig of dertig jaar, alleen denk ik dat er dan weer een andere uitdaging in de gezondheidszorg komt. Net zoals we nu ziektes van vroeger zoals de pest niet meer krijgen, maar er weer een andere dodelijke ziekte voor in de plaats is gekomen: kanker.
Nieuwe behandelmethoden zijn vaak erg duur en dus voor weinig landen weggelegd.
Ook kloppen de publicaties niet en bieden de fabrikanten het product vaak rooskleuriger aan dan het is.

Vakinhoudelijk:

  1. Hoe weet je of het een primaire kanker is of uitzaaiing?

Onder de microscoop kan je vaak aan de eigenschappen van het weefsel zien of het een metastase is of een primaire kanker. Dit is niet altijd even gemakkelijk, maar onder de microscoop en met kleuringen kan je hier veel over zeggen.

  1. Gebaseerd op uw ervaring, wat denkt u dat de grootste ‘oorzaken’ zijn van kanker? Ik heb gelezen dat iedereen kans heeft op kanker, maar dat factoren zoals voedsel, levensstijl, stoffen, DNA, leeftijd en je immuunsysteem er invloed op heeft.

Roken en weinig bewegen is zeker een factor, en dat is ook aangetoond.
Ik denk dat voedsel ook wel degelijk een rol speelt, maar het is nooit aangetoond dat gezond eten je beschermt tegen kanker. Werken met giftige stoffen of straling is ook aangetoond. Sommige stoffen in verf zijn ook kankerverwekkend.

  1. Bij het lezen heb ik niet echt een goed beeld gekregen over uitzaaiing. Hoe werkt dat nou precies?

De cellen raken los en komen in de bloedbaan. Ze gaan door het lichaam en blijven zitten bij het lichaamsdeel waar ze denken goed kunnen groeien. Het is afhankelijk van het weefsel of uitzaaiing gaat groeien.

8.    Bronnen.

https://www.naturalhealth365.com/wp-content/uploads/2015/01/cancer-terms.jpg
http://nl.wiktionary.org/wiki/kanker
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kanker
https://www.allesoverkanker.be/borstkanker
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tumor
https://www.patient1.nl/encyclopedie/oorzaken-van-kanker
https://www.allesoverkanker.be/oorzaken-van-kanker
https://www.kanker.be/alles-over-kanker/behandelingen-van-kanker
https://www.vacatures.nl/functie/oncoloog/
https://www.rkz.nl/index.php?p=2497
https://www.allesoverkanker.be/welke-behandeling
https://borstkanker.nl/nl/behandelingen-0
http://www.voedingenkankerinfo.nl/krijg-ik-kanker-van-rood-vlees/
https://www.nemokennislink.nl/publicaties/de-ene-kanker-is-de-andere-niet/
https://wetenschap.infonu.nl/anatomie/107472-het-ontstaan-van-kankercellen.html
https://www.frecious.bio/nl/blog/wat_zijn_vrije_radicalen
https://www.kanker.nl/algemene-onderwerpen/wat-is-kanker/wat-is/symptomen-bij-kanker
https://www.cijfersoverkanker.nl/

Geschreven in Juni 2019