Weefsel- en orgaandonaties

 

1.    Wat is een donororgaan?

 

Een donororgaan is een door een donor afgestaan orgaan, bestemd voor transplantatie. Hier betekent transplantatie dus de overbrenging van een orgaan naar het lichaam van iemand anders. Bij orgaantransplantatie wordt er niet, of slecht functionerend orgaan bij iemand vervangen door eenzelfde orgaan van een donor. Een donor een persoon die organen ter beschikking stelt. Een donororgaan kan van een levende donor of overleden (ook wel postmortale genoemd) donor zijn: dit maakt natuurlijk uit voor welke organen er kunnen worden gedoneerd.

 

2.    Soorten orgaantransplantaties en donororganen.

 

Je kan orgaantransplantaties op twee manieren indelen:

  • Donatie van een overleden donor: een orgaantransplantatie die wordt gedaan als de patient dus niet meer leeft. Er zijn twee soorten:
  • Non-heartbeatingdonatie: Bij een non-heartbeatingdonatie is de

patient al overleden en is er geen circulatie. De tijd waarin organen geschikt zijn voor donatie na het overlijden heet ischemietijd.

  • Heartbeatingdonatie. Bij een heartbeatingdonatie is een patiënt

hersendood (een toestand waarbij de hersenen onherstelbaar beschadigd zijn) maar met intacte circulatie: de persoon wordt beademd op de intensive care.

  • Donatie van een levende donor: een orgaantransplantatie die wordt gedaan als de patient nog leeft. Dit kunnen alleen regenererende weefsels zijn, zoals bloed, en organen waarvan je er twee hebt en met één kan leven.

Dit zijn de organen en weefsels die van een overleden donor gebruikt kunnen worden:

  • Huiddonatie: donorhuid kan bij mensen met ernstige brandwonden een tijdelijke bescherming dienen, zodat er minder kans op infecties is en de genezingskans groter is.
  • Hoornvliesdonatie: hoornvlies is het doorzichtige vlies aan de voorkant van het oog waar we doorheen kijken. Het donorhoornvlies wordt gebruikt door mensen die door een oogziekte slechtziend of blind zijn geraakt.
  • Orgaandonatie: Bij orgaandonatie van een overleden persoon gaat het om deze organen: het hart, de longen, de lever, de dunne darm, de alvleesklier en de nieren.

Dit zijn de organen en weefsels die van een levend donor gebruikt kunnen worden:

  • Orgaandonatie: Bij orgaandonatie van een levend persoon gaat het alleen om niertransplantaties. De nier is namelijk een van de weinige organen waarvan een persoon er één kan afstaan en het geen nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid van de persoon, als alle twee de nieren goed werken.
  • Bloeddonatie: De meest bekende en meest toegepaste vorm van donatie is bloeddonatie. Een bloeddonatie is alleen mogelijk als de ontvanger en de donor dezelfde of een uitwisselbare bloedgroep
  • Stamcel- of beenmergdonatie: Gezonde donoren kunnen een klein deel van hun bloedstamcellen afstaan aan een patient met een ernstige bloedziekte of afweerstoornis.
  • Botdonatie: Mensen die een heup vervangende operatie krijgen, kunnen hun heupkop doneren. Dit bevat namelijk veel bot en kan worden bewerkt in kleinere stukken voor mensen die bijvoorbeeld een ernstige breuk hebben.
  • Melkdonatie: Baby’s die van hun moeder geen of niet voldoende moedermelk krijgen, hebben de mogelijkheid om donormelk te krijgen.
  • Spermadonatie: Vruchtbare mannen kunnen hun zaad doneren aan lesbische stellen, alleenstaande vrouwen en vrouwen met een onvruchtbare man.

 

3.    Hoe gaat een orgaantransplantatie?

 

In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe je in aanmerking komt voor een orgaantransplantatie en hoe de operatie zelf werkt.

3.1        Hoe kom je in aanmerking voor een orgaantransplantatie?

 

Je komt in aanmerking voor een donororgaan als dat de enige mogelijkheid voor je is om te overleven. Het is belangrijk dat het orgaan zo goed mogelijk bij je past: daarom worden er een aantal onderzoeken gedaan. Er wordt dan onderzocht of je lichamelijk en geestelijk fit genoeg bent voor de operatie en of je het nodig hebt. Daarna kan je in de Nederlandse wachtlijst worden gezet. Kinderen en andere patiënten die erg urgent een donor nodig hebben omdat ze anders overlijden, kunnen een orgaan uit het internationale aanbod ontvangen.

De reden dat iemand een donororgaan nodig heeft, verschilt per persoon. Het kan zijn voor een oogziekte (hoornvlies), brandwonden (huid), taaislijmziekte (longen) etc. Het kan dus door een ziekte komen of door een ongeval.

3.2        Hoe werkt de operatie?

 

De operatie om het donororgaan uit de donor te halen en de operatie om het donororgaan te transplanteren wordt uitgevoerd door transplantatiechirurgen. Deze twee operaties worden altijd door twee verschillende dokters gedaan. Ziekenhuizen, zoals het LUMC, kunnen een speciale poli hebben, bijvoorbeeld voor nier-donoren, nier-ontvangers en patiënten met levertumoren. Een poli(kliniek) is een afdeling in het ziekenhuis, waar patiënten die niet zijn opgenomen in het ziekenhuis zelf, behandeld worden.

Hoe een operatie gaat, hangt van het orgaan dat wordt getransplanteerd. We gaan het nu hebben over een van de meest gebruikelijke orgaantransplantaties: de nier. Bij een niertransplantatie, krijgt iemand met nierfalen een donornier. De eigen nieren blijven meestal in het lichaam. De donornieren kunnen van een levende donor komen of van een overleden donor. De operatie duurt ongeveer 2 uur.

De operatie kan dus door een transplantatiechirurg gedaan worden, maar ook door een operatierobot! De chirurg bestuurt dan de drie robotarmen met een bedieningspaneel. De voordelen van een operatierobot is dat er een kleinere operatiewond gemaakt wordt en de robotarm preciezer kan werken dan een pols.

Er wordt bij de transplantatie een snede in de onderbuik gemaakt van 15-20 centimeter. De donornier wordt links of rechts onder in het lichaam geplaatst en verbonden met de blaas. Tijdens de operatie is de persoon volledig onder narcose en aan bewakingsapparatuur aangesloten, met een infuus in de hand of arm.

3.3        Wat gebeurt er na de orgaantransplantatie?

 

De levensduur van een donorgaan verschilt per orgaan, of de donor nog leefde of overleden was en andere omstandigheden. Zo kan een nier van een levende donor waar geen complicaties kan een optreden 20 jaar meegaan, terwijl die van een overleden donor ongeveer 10 jaar meegaat. Bij donorlongen varieert het erg, maar na vijf jaar is de kans ongeveer 70 procent dat de donorlongen nog werken.

Maar welke complicaties kunnen er optreden? Het meest gebruikelijke is dat het lichaam het orgaan afstoot, omdat het lichaamsvreemd is. De cellen in het afweersysteem genaamd leukocyten vallen het donororgaan als het ware aan. Na de transplantatie krijg je medicijnen die deze afstoting tegengaan. Maar later, na meer dan 5 jaar, kan het orgaan nog steeds afgestoten worden. Je kunt sterke afstoot-onderdrukkende medicijnen slikken, maar deze kunnen sterke bijwerkingen veroorzaken. Als een orgaan wordt afgestoten, kan diegene weer een nieuw donororgaan krijgen. Een orgaantransplantatie is dus niet ideaal. Bij bijvoorbeeld een nier-donatie werkt gemiddeld 83 procent van de donornieren die van een levende donor komen nog na 5 jaar. Bij een nier van een overleden donor is dit percentage rond de 69 procent. (Cijfers uit de Nederlandse Orgaantransplantatieregistratie (NOTR).)

 

4.    Voor- en nadelen van ‘donor zijn’.

 

Het is voor veel mensen een moeilijke keuze of ze nou orgaandonor worden na hun overlijden of niet. Hier de voor- en nadelen beschreven.

De voordelen zijn:

  • Er sterven ieder jaar in Nederland 150 mensen die op de wachtlijst staan door tekort aan orgaandonors.
  • Je nabestaanden hoeven na je dood de moeilijke beslissing niet voor je te nemen.
  • Één donor kan wel acht mensen redden.
  • Artsen doen niet minder hun best op je als je donor bent: ze zijn er waarschijnlijk niet eens van op de hoogte.
  • De kans dat je zelf ooit een orgaan nodig hebt, is veel groter dan dat je na overlijden organen kunt doneren.
  • Je kunt nog steeds open gebaard liggen op je begrafenis.
  • Organen worden zorgvuldig toegewezen aan de meest urgente patiënten op de wachtlijst.
  • Zodra je hebt gekozen om een donor te worden, is het heel makkelijk om je te registreren. Je hebt geen formulieren nodig, alleen je DigiD.

Nadelen om donor te worden:

  • Je weet zelf niet naar wie je organen gaan.
  • Bij bepaalde religies of geloofsovertuigingen wordt kritisch gedacht over het niet intact zijn van het lichaam na de dood.
  • Andere mensen raken bezorgd over het woord “hersendood”: ze denken dat zolang iemands hart klopt, diegene nog leeft of dat het dan niet duidelijk is of diegene nog leeft.
  • Er zijn mensen die overtuigd zijn dat een stuk van de ziel vast zit aan de organen, en er zijn ook enkele mensen die beweren een soortgelijke ervaring te hebben gehad. Bijvoorbeeld een vrouw die na haar orgaantransplantatie opeens het eten lekker vond dat de persoon waarvan ze het orgaan had gegeven ook lekker vond of een meisje die van een vermoord meisje een orgaan kreeg en vervolgens nachtmerries kreeg over de moord.
  • De nabestaanden kunnen het vervelend vinden omdat het voorkomt dat ze geen afscheid mogen nemen van het lichaam en geen open-kist begrafenis kunnen krijgen.

 

5.    Maatregelen die kunnen worden genomen of genomen zijn om meer mensen als donor te registreren.

 

In Nederland zijn er te weinig donoren, want er zijn veel mensen die “nee” invullen op het Donorregister formulier.

 Maar er zijn ook veel mensen die niets invullen en dus ook voor “nee” tellen. Kortom, er overlijden jaarlijks meer dan honderd mensen die op de wachtlijst staan door tekort aan donors.

Hier wordt in de zomer van 2020 verandering in gebracht: er gaat een nieuwe donorwet in. Het grootste verschil tussen de nieuwe donorwet en de oude donorwet is dat als je niets doet, je automatisch als “geen bezwaar tegen orgaandonatie” inschreven. Alleen als je “nee” hebt ingevoerd ben je dus geen orgaandonor. Iedereen in Nederland staat dan dus ingeschreven bij het donorregister en nabestaanden hoeven niet meer voor diegene te beslissen, tenzij ze dat hebben ingevoerd toen ze hun keuze maakten.

In Februari 2018 waren er pas 6 miljoen mensen ingeschreven, waaronder 60% voor “ja”, 29% voor “nee” en 11% voor “ik laat iemand anders beslissen”. In deze maand stemde in de Eerste Kamer een meerderheid voor het wetsvoorstel, en eerder werd het voorstel ook al aangenomen in de Tweede Kamer. Toen waren er pas 6 miljoen mensen ingeschreven, waaronder 60% voor “ja”, 29% voor “nee” en 11% voor “ik laat iemand anders beslissen”.

De meningen hierover lopen uiteen:

  • “Ik vind het niet kunnen dat de overheid zelf de meningen van burgers gaat invullen.”
  • “Ik vind het goed, want meer donoren zorgen voor kortere wachtlijsten en dus minder doden.”
  • “Ik moet eerst de rechten over mijn lichaam hebben, niet eerst de overheid.”
  • “De nieuwe wet dwingt mensen die er (nog) niet over na hebben gedacht, om dat wel te doen. Dat is goed.”

Veel mensen denken dat er ook andere maatregelen genomen hadden kunnen worden, zoals meer informatie verspreiden over orgaandonors: dat het op scholen geleerd zal worden, in advertenties, reclameborden etc. Dat vind ik persoonlijk ook.

6.    Bronnenlijst.

 

https://nl.wikipedia.org/wiki/Donor_(geneeskunde)
https://www.encyclo.nl/begrip/poli
https://www.ensie.nl/betekenis/donororgaan
http://www.esoterischchristendom.nl/index.php/levenshouding-en-keuzes-2/orgaandonatie/33-orgaandonatie-2
https://www.erasmusmc.nl/nl-nl/patientenzorg/operaties/niertransplantatie
https://www.gezondheidenco.nl/donor-worden-waarom-wel-en-waarom-niet/

https://www.gezondheidsnet.nl/orgaantransplantatie/orgaantransplantatie-wat-is-dat-precies
https://www.lumc.nl/org/heelkunde/chirurgische-specialismen/Transplantatiechirurgie/
https://www.nieren.nl/bibliotheek/91-wat-is-niertransplantatie/162-hoe-lang-gaat-een-donornier-mee
https://nos.nl/artikel/2217015-blijdschap-om-nieuwe-donorwet-maar-ook-kritiek.html
https://nos.nl/op3/artikel/2216962-nieuwe-donorwet-of-niet-deze-jonge-mensen-staan-geen-organen-af.html
https://nos.nl/artikel/2217044-een-nieuwe-donorwet-de-antwoorden-op-acht-vragen.html
https://www.transplantatiestichting.nl/publicaties-en-naslag/cijfers-over-donatie-en-transplantatie/hoe-lang-gaat-een-donororgaan-mee-1
https://www.uza.be/behandeling/levende-donatie
https://www.uzleuven.be/longtransplantatie
https://www.viva.nl/stijl-en-update/twijfel-jij-om-donor-te-worden/

 

Geschreven in november 2019